Ted heeft de scooter van Tijn overgenomen toen Tijn naar NL ging. Hij was hard aan een grote beurt toe. Onderdelen waren doorgeroest en heuvel op ging hij nog maar 40 km/u. Zo kan je niet naar je werk elke ochtend, naar de andere kant van Willemstad. En dat was Ted zijn streven.Sommige onderdelen zijn hier wel te verkrijgen, maar anderen moet je uit het buitenland importeren. Ted ging op onderzoek op internet waar en hoe dit kan.
Toen ik in maart in NL was kreeg ik de opdracht mee om te kijken naar een aandrijfriem Peace sport 112.113.114.2007. Geen idee wat het is, maar ik had het gedienstig opgeschreven en ben gehoorzaam met briefje een scooterwinkel ingestapt. Die meneer wist waar ik het over had. Vakjargon natuurlijk. Maar deze aandrijfriemen zijn niet gangbaar in NL en moesten uit Turkije komen. En dat duurde wel een week. Tja, het zou er om spannen. ’s Avonds op de skype vertelde Ted dat hij zijn uitlaat was verloren. De ophanging was helemaal doorgeroest. Dat werd te groot voor in de koffer, dus dan maar bestellen in Amerika en invoerrechten betalen.
Al na 2 weken kregen we een brief in de bus dat we het pakket bij de douane op konden halen.
En dat start de molen van de bureaucratie weer. We gingen naar het postkantoor:
Wachtrij 1: brief inleveren en het pakketje wordt opgezocht
Wachtrij 2: identificatie en douanecontrole
Wachtrij 3: invoerrechten betalen
Wachtrij 4: pakketje en papieren worden overhandigd
Invoerrechten betaal je over auto-onderdelen en feestartikelen (???????) 27%. 62% over rookartikelen.
Naast de douane is er ook een balie van het postkantoor. Als we toch moeten wachten stap ik even in deze rij om meteen postzegels te kopen. Hier is het tempo ook zo traag als stroop. Er staan 2 mannen voor me en 1 te schaars geklede stagiaire achter me. Er komt een oud vrouwtje binnen, ze groet de bewaker, loopt achter onze rij langs en gaat voor de man staan die als eerste aan de beurt is. De man kijkt om zich heen en kijkt ons vragend aan. “Wat gaat zij doen?”, lijkt hij te vragen. Wij reageren door schouders op te halen en onderlip naar boven en naar buiten te krullen: “wij snappen het ook niet”, willen we hier mee zeggen. De man gaat zich wapenen. Hij staat klaar om te schieten. En inderdaad, als de volgende aan de beurt is en de vrouw naar voren schuifelt, spreekt hij haar aan: “mevrouw, wij staan allemaal te wachten en daar is het eind van de rij”.
De mevrouw achter de balie bemoeit zich er mee. “Ja, maar zij heeft pensioen”. Dat is de verklaring, niet meer en niet minder. De mensen in de wachtrij hebben nu een gezamenlijk doel en worden 1.
Ik reageer: “ja en ik heb werk!”
Meneer 1 reageert door te zeggen: “ja, dus…?”
Meneer 2 grinnikt er maar wat om en schudt zijn hoofd (misschien wel het beste).
De stagiaire heeft geen uitdrukking op haar gezicht. Die is er nog niet helemaal bij geloof ik.
We laten het toch maar gebeuren en de vrouw krijgt haar pensioen uitbetaald.
Later, als ik er over nadenk, vind ik het eigenlijk wel mooi. Mensen met een pensioen hebben heel hun leven gewerkt en hun steentje bijgedragen in de maatschappij. Ze zijn nu oud en mogen van hun oude dag genieten. Uit respect mogen ze voor.
Ik neem me voor er nooit meer wat van te zeggen en onze gepensioneerden zonder mopperen voor te laten.