Ted wordt door een collega gevraagd of hij en Bas zin hebben om mee te doen in hun team zaalvoetbal.
Na een vriendschappelijke wedstrijd tussen middelbare scholen waarin Ted en Bas beiden hadden meegedaan, waren de voetbalcapaciteiten van Ted en Bas niet onopgemerkt gebleven.
Ted en Bas hebben hier wel oren naar.
Het is niet moeilijk, vertelt de collega, alles is hetzelfde als in NL. De regels, de kleding, het schoeisel, de bal.
Ik vermoed dat onze Nederlandse lezers zich nu een beeld hebben gevormd van Ted en Bas die een gymzaal betreden met kleedkamers en douches. Met een zaal met zo’n zachte groene ondergrond. Ik neem u niks kwalijk hoor. Zou ik ook gedaan hebben. Sterker nog. Ik heb dat gedaan. En ik woon op Curaçao. Zaalvoetbal. Het woord suggereert dat toch?!
Okee. Er is toch een verschil: zaalvoetbal is op Curaçao is buiten.
Concreet: een betonnen vloertje met een hek er omheen. Ach, onder elkaar is het best gezellig. En na de wedstrijd in de kantine aan de bar: op een muurtje buiten het hek met een zelf meegenomen koelbox met ijs en veel pils erin.
Ook leuk!