Kijk, dat het tempo hier wat lager ligt weten we allemaal. Alles wordt op zijn 11 en 30st gedaan. We lopen niet, we slenteren. Vooral niet te snel bewegen, want daar ga je alleen maar van zweten.
Auto rijden is hier ook een kunst. Buiten het feit dat sommige regels – geschreven of ongeschreven – anders zijn, moet je hier echt ogen van voor en van achter hebben om continu alert te zijn en te kunnen anticiperen op alle vreemde situaties in het verkeer. De gemiddelde Antilliaan kan niet zo goed auto rijden namelijk (ik hoop dat ze dit niet lezen, anders heb ik nu een probleem). Het rijbewijs halen is hier ook een fluitje van een cent. 10 praktijklessen en 3 theorielessen en je hebt je rijbewijs. Sommige onderdelen komen naar mijn idee niet voor tijdens de lessen. Zo weten ze beslist niet wat voorsorteren is. Invoegen komt ook niet voor in hun woordenboek. Dus staat men stil bij de kruising in plaats van gebruik te maken van de invoegstrook.
In hun auto leven ze letterlijk en figuurlijk in hun eigen wereld. Je omgeving in de gaten houden en anticiperen op wat er in het verkeer gebeurt zit niet in het standaard lessenpakket.
Dan heb je nog het feit dat de keuring hier niet veel voorstelt. Ze kijken of je lichten het nog doen en rijden een rondje. Als je auto dit kan, zonder uit elkaar te vallen is hij weer voor 2 jaar goedgekeurd. Dus rijden hier allerlei brikkies op de weg die je in NL echt niet meer op de weg tegen komt. Tussen de keuringen door gaat er wel eens een lampje kapot, maar men neemt de moeite niet om die te vervangen. Dus is het niet altijd even duidelijk wat de weggebruiker van plan is en kan hij heel abrupt een beweging maken. “Ehm, moet ik hier nu naar rechts of links?” En dat is dan nergens aan te zien.
Het rijtempo ligt dus ook laag. Tuftuftuf, raampjes omlaag, stoel ver naar achteren, linkerhand losjes uit het raam bungelend. Dit is het beeld wat zeer regelmatig op mijn netvlies verschijnt als ik mij op de wegen van Curaçao begeef.
Dus als je zelf niet zo snel gaat valt dat niet eens zo op. Maar als je dan wordt uitgelachen door een inhalende auto of je wordt ingehaald door een rennende jongen die de draak met je steekt, kan ik me voorstellen dat je als Hollandse jongen en meisje (lees: Tijn en Stephanie) denkt: “dit is de druppel, ik gooi die scooter op de schroothoop”.
Ted had de oude scooter van Tijn helemaal opgelapt en opgevoerd. Helaas is er nog iets aan de hand. Wat dat is, probeert Ted momenteel achter te komen. Maar als je met een slakkengangetje van 25 km/u, helmpje op alsof je een redelijk vaartje hebt, je voort moet trekken, dan kom je op zijn minst doodchagrijnig aan op je bestemming en komt spontaan de naam “Willempie” in je op.
We zijn daarom maar een scooter voor Tijn en Steef gaan huren, zodat ze zich toch zelfstandig op het eiland voort kunnen bewegen.
Buiten deze frustratie zijn we volledig aan het genieten van de aanwezigheid van Tijn en Stephanie. Zo vertrouwd en oergezellig. Echt feest!