Bonaire is prachtig. Maar dat hadden we niet meteen in de gaten. We kwamen aan in het donker. Auto gehuurd, een kaart (niet erg gedetailleerd) meegekregen en gevraagd welke richting we op moesten. Nog gegrapt dat het eiland rond was, dus als we verkeerd reden, we weer op het vliegveld uit zouden komen.
Het eerste gedeelte was ook vrij logisch. 1 weg richting Kralendijk (hoofdstad, nou ja. Stad….). We toerden achter de stroom aan. En die bleven we gewoon volgen. Alsmaar rechtdoor had die mevrouw gezegd. We kwamen uit op een parkeerplaats. Okee. daar moesten we niet zijn. We vervolgden de weg, maar in Kralendijk bleken er toch meerdere wegen en kruisingen te zijn. Hier ook zonder straatnamen en een minimum aan verkeersborden. Daarbij staan er ook maar weinig lantaarnpalen waardoor kaart lezen in het donker met horten en stoten gaat. Op 1 kruising moesten we naar links. Naar verschillende afslagen kwamen we weer op die kruising uit. Okee, ergens verkeerde afslag genomen dus. Nog maar eens proberen. We namen nu een andere afslag. En weer kwamen we op diezelfde kruising uit. Even verderop was een benzinepomp. We hebben onze trots opzij gezet en zijn de weg gaan vragen.
Ik stapte uit en vroeg: “meneer, mag ik u iets vragen?”
Die meneer antwoorde met een vraag en ik verstond: “iets spannends?”
“Nou”, zeg ik, “zo spannend is het niet, we willen graag de weg weten”. En ik klets gezellig door. Een beetje zenuwachtig omdat ik niet goed weet te reageren op zo’n openlijk geflirt. Iets spannends! Wat denkt hij wel. En dat waar Ted bij is. Ted kent mij uitermate goed en merkt aan mijn gedrag dat ik me niet op mijn gemak voel. Hij stapt dan ook maar uit en loopt langs de auto.
Dan zegt de man nogmaals “iets spannends?” Maar nu versta ik hem. Hij zegt “In Spanisch?” Zo, is dat even een blunder. Maar ik vind de man nu een stuk aardiger. Hij zal wel gedacht hebben: wat een raar mens.
Afijn, na nog wat omzwervingen komen we toch aan op het resort waar we geboekt hadden. Het is ondertussen kwart voor 10. De receptie is al dicht dus lopen we naar de bar. Daar weten ze niets van onze komst. Er wordt meteen druk met elkaar overlegd en gebeld naar de baas. Die neemt niet op. Milly, de mevrouw achter de bar, probeert ons op alle mogelijke manieren te helpen en vindt het heel vervelend voor ons. Zij maakt zich drukker dan wij. Het zal heus wel goed komen, nemen we aan. Milly komt ineens op een lumineus idee. Ze heeft nog een sleutel liggen van een appartement. Wel een veel luxere, maar nood breekt wet. Ze checkt of deze schoon is. Ondertussen belt de baas. Ik moet aan de telefoon komen. Duizenden excuses. Hij vindt het fijn dat wij zo rustig en begripvol reageren. Tja, waar mensen werken worden wel eens fouten gemaakt. Kan gebeuren. En als je ziet hoe iedereen zijn best voor je doet, wat valt er dan te mopperen. En we houden er nog een luxer appartement aan over, want we mogen er het hele weekend blijven zitten.
De volgende ochtend aanschouwen we Bonaire bij daglicht. Wat een prachtig eiland is dit. We zijn allebei zwaar onder de indruk van zoveel schoonheid.
Het Washington National Park is zo mogelijk nog mooier. We hobbelen en bobbelen 5 uur lang door dit natuurpark en zijn zeer regelmatig ademloos van alle flora en fauna. Hoe vaak ik niet verzucht heb: wat mooi! , weet ik niet meer.
De weg is een uitdaging: onverhard, kuilen, bobbels, stenen, geulen. Ik vind het prachtig. Ted wordt naast mij flink door elkaar geschud. “shaken, not stired”, merkt hij op.
De volgende dag hebben we het zuidelijke gedeelte van het eiland verkend. Ook mooi maar veel meer gericht op watersport (windsurfen en kiten) en duiken. Onder water schijnt Bonaire nog mooier te zijn. Dat gaan we een andere keer nog ontdekken.
Thuis moet er weer gewerkt worden. Maar we maken van de nood een deugd. Hoe vind je mijn nieuwe kantoor?
Leuk om te lezen dat jullie Bonaire zo mooi vinden! Wij hebben er jaren achter elkaar gedoken, geweldig!!
Liefs, Liza