Het Antilliaanse volk blijft ons verbazen. Ted en ik hadden een weddenschap afgesloten hoe lang het zou duren voordat de vlaggetjes voor de verkiezingen 21 januari, zouden blijven hangen. Laten ze daar nu net wel een regel voor hebben.
Het fenomeen vlaggetjes is op zich al apart. Het is eigenlijk verboden voor de politieke partijen om vlaggetjes op te hangen gedurende de verkiezingen. Echt heel Curaçao hangt vol. Aan elke lantaarnpaal, elektriciteitspaal (want die heb je hier nog bovengronds) of enig ander verticaal wijzend object, wordt een strijd geleverd tussen de verschillende kleuren vlaggetjes.
Elke politieke partij heeft zijn eigen kleur. Zo is de PAR, de grootste partij, geel; de directe tegenstander is blauw, de FOL (wie kent Godett nog?) is oranje; verder zijn er nog de kleinere partijen die de kleuren groen en bruin hebben. De Democratische Partij heeft rood, maar die houdt zich als enige partij aan de wet en vertikt het mee te doen in de vlaggetjesoorlog.
Je kunt je voorstellen hoe kleurrijk het straatbeeld is geworden.
Ook wordt het duidelijk in welke wijken de meeste aanhangers van een bepaalde partij wonen. Zo heb je hele blauwe wijken (de echte “zwarte” wijken, om maar in de kleuren te blijven spreken) en hele gele wijken (inderdaad, dit zijn de blanke wijken).
Vol enthousiasme zijn deze vlaggetjes opgehangen. Na de 21e januari ontbreekt dit enthousiasme (behalve dan voor de winnende partij PAR). Dus hadden wij zo ingeschat dat dit gebrek aan enthousiasme, samen met het laconieke, het relaxte die het Antilliaanse leven zo siert, de vlaggetjes de volgende verkiezingen meteen weer gebruikt konden worden.
Maar wat schetst onze verbazing? Hier hebben ze een regel voor bedacht. Kan je nagaan. Een regel voor iets dat eigenlijk verboden is. De vlaggetjes mogen er niet hangen, maar als ze er toch hangen, maken we wel een wet dat ze niet te lang hangen: 8 dagen na de verkiezingen moeten de vlaggetjes zijn weggehaald door de partijen zelf. Is dat niet het geval dan haalt de gemeente ze weg en betalen de partijen een bepaald bedrag per vlaggetje.
De conclusie is dat blauw en groen genoeg geld hebben om het vuile werk voor hen te laten doen.
Nog zo iets. Elk nieuw jaar moet iedereen voor een heel of half jaar de motorrijtuigenbelasting gaan betalen. Niks digitaal, gewoon nog aan de kassa op het belastingkantoor. Hier krijg je een maand de tijd voor. Dus voor 1 februari moet je betaald hebben. Heel de maand januari is het vrij rustig op het belastingkantoor, maar op 1 februari staat de rij echt tot buiten!!
De kritische lezer heeft natuurlijk al lang in de gaten dat Ted en ik ook in die rij stonden, anders kunnen we dit niet weten. Tja, we schijnen ons ongemerkt al aardig aan te passen.
Op het belastingkantoor zijn ze toch al wat efficiënter aan het werken. Men kwam, toen we halverwege de rij waren, er achter dat het misschien een idee was om wat meer kassa’s open te gooien. Al met al viel de wachttijd mee: een half uurtje.
Later hoorden we dat op 1 februari “al” 35% van de bevolking had betaald.
Nog een nieuwigheidje, weer een forse verbetering. Voorheen kreeg je elk jaar een nieuw nummerbord, met een hele nieuwe lay-out, zodat duidelijk te zien was dat je de motorrijtuigenbelasting had betaald. Een erg duur grapje elk jaar. Vanaf dit jaar hebben we stickers die we aan de binnenkant op onze voorruit moeten plakken. Wij moesten sterk denken aan het plakken van deel III van het kentekenbewijs.
Desalniettemin kan gesteld worden dat we hier steeds een stapje vooruit doen.
Zondag is het appartement, na het vertrek van Roy en Nina, weer bezet. Casper en Katja zijn, samen met grote witte herdershond en kat, onze nieuwe gasten. Zij komen weer op Curaçao wonen en zijn nu op zoek naar een huurhuis.